Groeien
In de aarde waarin ze was gelegd
begon een zaadje te rijpen en te bloeien,
aan vaste grond zo gehecht
waar ze kansen zag om te groeien.
Na een tijd werd ze zich ervan bewust
dat er wellicht iets ontbrak,
het was een vaag verlangen
dat telkens weer de kop op stak.
Uiteindelijk, met duizenden vragen
ging ze op zoek naar de bron,
maar al gauw begon het haar te dagen
dat ze niet verder groeien kon;
een stenen wereld hield haar tegen,
door hardheid geheel omgeven
vocht ze eigenwijs om de ruimte
om vrij en ongehinderd te kunnen leven.
Na een lange tijd van vallen en opstaan,
na veel geduw en veel getrek,
was het zware werk dan toch gedaan,
kwam er een einde aan het gebrek,
want door de felheid van het gemis
had ze haar ogen stijf dichtgeknepen,
maar toen het licht scheen in de duisternis
had ze het plotseling allemaal begrepen.
3824 keer gelezen