Overgang
Aan jou die achterbleef: treur niet om mij,
ik ben niet verder weg maar dichterbij.
Bevrijd uit ’t knellend vat dat lichaam heet,
waarin soms vreugde was maar ook veel leed,
zweef ik nu vrij, gelukkig, ongehecht;
een muur tussen ons is al geslecht.
Zend mij je blijheid toe, niet je verdriet.
Verdriet hoort in het vat, in ruimte niet.
En als jouw tijd daar is voor de overzijde,
weet dan dat ik daar ben om je te begeleiden.
Jacobus (Jaap) Mulder, 1912 – 1992
6904 keer gelezen