Poes
Je haren zijn om te strelen,
je neusje scheef en o zo klein,
je loenst, maar wat kan ’t schelen,
als je maar bij mij wilt zijn.
Je drinkt water, maar je houdt van lekker eten;
je bezorgt me daardoor soms kippevel,
want van blikvoer wil je niets weten.
Maar je weet, je krijgt het toch wel.
Als ik jou zie slapen, tevreden en onschuldig,
wie zal dan durven zeggen
dat je brutaal bent, eigenwijs en ongeduldig?
Voor een kleintje heb je aardig wat pit;
ik heb trouwens nooit geweten dat er leven zit
in een kussen met vier poten.
3345 keer gelezen