Ik loop alleen
om te zeggen tot jou, ik ben eenzaam.
Doch het kan mij niet deren
want mijn hart dat jou kent
zegt, dat je ook eenzaam bent.
Ik loop alleen
men vraagt waarom
en ik zeg zonder schromen
ik verzamel mijn dromen.
Dromen over de nacht
die ik met jou doorbracht.
Ik ben altijd bij je
waar jij ook mag zijn.
Ied’re nacht in elk gebed.
Als jij roept, hoor ik je,
afstand groot of klein
ik heb mij reeds
naast jou gezet.
Toe, loop alleen.
Jacobus (Jaap) Mulder, 1912 – 1992
30703 keer gelezen