Verkeerd
Gisteren fietste ik aan de verkeerde kant van de weg. Okee, ik zal erbij zeggen dat er geen verkeer op de weg was, want zo levensmoe ben ik nou ook weer niet. Waarom, hoor ik u vragen. In dit geval ligt het antwoord besloten in de vraag, want juist het “waarom” bracht mij ertoe aan de andere kant van de weg te gaan fietsen.
De meeste dagen gaan rustig voorbij, gevat in een ijzeren greep van onzichtbare routine. Gelukkig neemt routine over het algemeen een hoop tijd in beslag, zodat je je niet elke minuut van de dag hoeft af te vragen waar je mee bezig bent en waarom. Als een soort boemeltreintje tuf je voort, geleid door het spoor. Ik weet niet hoe het bij u zit, maar er zijn dagen bij dat ik de routine vergeet, een verkeerde wissel neem en dan ergens verdwaasd op een zijspoor sta, met open mond kijkend naar de andere treinen alsof ik ze voor het eerst zie. Dan kan ik niet anders dan links gaan als het rechts moet zijn, dingen zeggen die ik niet geacht word te zeggen en, inderdaad, aan de ‘verkeerde’ kant van het spoor rijden.
Ja, ja, ik hoor u wel denken: stel dat iedereen dat gaat doen, wat een zootje zal dat worden. Hoe het komt weet ik niet, maar het is gewoonweg zo dat slechts sommige mensen zoiets doen. Let wel: ‘doen’; er zullen er genoeg zijn die in gedachten wel eens ontsporen, maar gewoon zwijgzaam doorrollen over dat spoor. Ik zal wel een sommig mens zijn. En het zal toch geen kwaad kunnen om eens te laten zien dat je de dingen ook eens van een andere kant kunt bekijken, nietwaar? Als ik me dan een tijdje heb afgevraagd waarom we zo in dat keurslijf van goed en verkeerd zitten, waarom je je soms op een spoor laat zetten, terwijl je weet dat je je op een ander spoor beter voelt, rol ik weer langzaam richting een of andere overgang en ga ik weer op in het geheel.
Ik fietste dus aan de andere kant van de weg en ik bedacht dat de Engelsen misschien meer wisten dan wij… Wat ik bereikt heb met die actie? Misschien niets. Maar ik voelde me wel een stuk beter.
10628 keer gelezen