Fitness-finesses
Maandagavond is mijn fitness-avond. Dan fiets ik heuvels op en af, schop en til gewichten de lucht in, hang ondersteboven aan apparaten en wek spieren tot leven, waarvan ik het bestaan niet kende. Het is de bedoeling dat je na elke oefening het een en ander noteert. Je verzamelt zo een aantal gegevens, punten, waaraan je na bepaalde tijd kunt zien of je wat meer je best moet doen.
De ware beproeving is echter de Spiegel. Op het moment dat je denkt: wat ben ik leuk en lekker bezig, is daar altijd weer de Spiegel, die je eraan herinnert dat het eigenlijk helemaal niet leuk en lekker is. Waarom doet men zoiets? Als ik weer eens zwetend en puffend 1200 meter heb geroeid, komt die vraag altijd weer boven. Het is natuurlijk goed voor lijf en leden. Meer voor het lijf dan voor de leden…. Het leukste is toch wel dat voldane gevoel wat je krijgt, als je na afloopt aan de ‘bar’ hangt met je isotone dorstlesser. Daar zet je je dapper over het idee heen, dat je morgen niet meer kunt bewegen en heb je het gevoel erg gezond bezig te zijn geweest.
Afgelopen maandag om half tien was het weer zo ver. Ik had een nogal korte nacht achter de rug; dat feit begon zich te wreken toen ik halverwege een heuvel fietste. Ik sleepte mij voort naar de buikspierbank en daarna naar de rugspierbank, alwaar ik met geen mogelijkheid meer omhoog kwam. “Waar is m’n bed”, neuriede ik zachtjes tegen de stalen poten van het apparaat.
Hulpeloos hing ik daar ondersteboven in de Spiegel te turen. Wat je aan voorkant ziet in de Spiegel is tot daaraan toe, maar de achterkant is erger, geloof me. Daardoor kreeg ik subiet nieuwe energie en was ik binnen de kortste keren weer overeind. Die maandagavond kwam ik ook niet verder dan vier punten. Niet getreurd, woensdagavond mag ik in de herkansing. Dit soort zelfkastijding moet je minstens twee keer per week doen. Een blik in de Spiegel bevestigt dat.
3094 keer gelezen