Inspiratie
Het was niet zozeer de bedoeling meteen de titel van dit stukje op te schrijven. Dat doe ik normaal ook nooit, maar die tien letters stonden er voor ik er erg in had. Ze waren ook niet van plan ergens heen te gaan, dus voelde ik me verplicht er wat langer over na te denken.
Inspiratie is niet iets wat je komt aanwaaien. Of misschien juist wel, maar in ieder geval niet altijd op het moment waarop je het het beste kunt gebruiken. Neem deze column bijvoorbeeld. Ik lever getrouw elke maand kopij aan, maar deze keer weigerden woorden vorm te krijgen. Om met Ida Gerhardt te spreken: “Mijn pen, te lang terzij gelegd, / terzij, gelijk ik zelf wou zijn, / had taal en teken mij ontzegd/ en gaf, vol stolselen, geen begin” (…). Gebrek aan inspiratie dus. Een vervelende kwestie. Je kunt je afvragen wat inspiratie nou eigenlijk is. Om maar even in de poeziesfeer te blijven, wat bracht Rutger Kopland ertoe om over jonge sla te schrijven? Liselore Gerritsen speelde het klaar twee pagina’s te wijden aan de blokkendoos. Blijkbaar waren zij daardoor geinspireerd. Het is verbazingwekkend als ik bedenk, dat ik schrijven kan op momenten waarop een ander niet aan schrijven zou denken. Misschien is dat meteen de definitie van inspiratie. Een voorbeeld.
In de trein krijg ik altijd inspiratie. Vraag me niet waarom, maar al vele malen heb ik in dit vervoermiddel m’n pen moeten pakken om iets in mijn agenda te krabbelen. Dit overkwam mij ook op 13 mei. Ik was onderweg naar een examen. Om de een of andere reden leek dat nog lichtjaren weg en zat ik gemoedelijk naar buiten te kijken. En ja hoor, even voorbij Voorburg tastte ik alweer naar de pen. Het volgende krabbelde ik op een lege bladzijde in april: “God ja, wie weet / misschien / moest het wel zo zijn / misschien / is het allemaal zo gepland / en weet je je leven al / voordat/ je het hebt gekend”. Mijn medepassagiers zullen niet begrepen hebben waarom ik opeens tegen m’n agenda zat te grijnzen. Ik moet er namelijk zelf altijd weer om lachen, omdat ik niet begrijp hoe dit soort dingen uit de inkt komen.
Uiteindelijk was ik op de plek des onheils aangekomen en nog voordat het examen begon, overkwam me hetzelfde. De volgende gedachte zette ik nog heel snel op paper voordat ik ging zitten. “Zweethanden / op tafels / keurig in een rij. / Ziehier / een goed / getrainde hersenbrij”. Spontane opwellingen, terwijl ik tijdens het examen mijn “inspiratie” een flinke duw geven om een zinnig verhaal op papier te krijgen!
Als columnist moet je elke maand inspiratie hebben en dat is dus niet altijd even makkelijk. Dit schrijfsel is daar het bewijs van. Als u dit leest, ben ik alweer op zoek naar “food for thought” voor de volgende column.
Ik ben nu aangekomen aan het einde van iets wat bij mijn beste weten geen begin had. Daar ik het over (geen) inspiratie en woorden heb gehad, wil ik eindigen met een fragment uit een ander gedicht van mij, welke ook als onderwerp woorden heeft: “… Hete adem op de ruiten / zij stonden in hun spiegelbeeld / maar kwamen niet / naar buiten” (…).
Men zegt weleens dat het een gave is. Ik noem het inspiratie. Ach, voor alles zijn wel woorden te bedenken…
26477 keer gelezen