De verre vriendin
Eindelijk positief nieuws, dacht ze, het is me toch nog gelukt. Het had tijd gekost, maar uiteindelijk bleek zij de overwinnaar. Tevreden herlas ze de korte tekst. Ze legde het velletje papier in haar la, sloot die af en zakte genietend onderuit. Pas toen ze de envelop oppakte om die in kleine snippers te scheuren, viel haar oog op een aantekening op de achterkant, daar waar je de naam van de afzender verwacht. Zij voelde hoe het bloed uit haar gezicht wegtrok….
De beslissing was afgelopen zomer gevallen. Ze had de voorgaande maanden hard gewerkt. Met alles wat ze in zich had aan doorzettingsvermogen en koppigheid had ze onafgebroken brieven geschreven en kaarten gestuurd. Toen ze uiteindelijk op Kreta was gearriveerd, had ze heel goed gemerkt hoe moe ze was. Het was de hoogste tijd dat er iets ging gebeuren.
De laatste gesprekken met Maria waren niet gemakkelijk geweest. Al jaren probeerde ze haar vriendin duidelijk te maken dat ze weg moest uit het milieu waar ze zich bevond. Haar eigen beslissing om niet meer op Kreta te blijven werken en in Nederland een nieuwe start te maken, was de goede geweest. Ze wist het, ze voelde dat ze de juiste beslissing had genomen. Ze wist ook dat Maria haar nodig had en dat hun vriendschap onder zware druk zou komen te staan. Ondanks het feit dat er zo’n 3000 kilometer aan land en zee tussen hen in was, probeerde ze haar verre vriendin een hart onder de riem te steken door continu brieven en kaarten te sturen.
Het probleem was duidelijk. Zoals de meeste Griekse meisjes werd Maria geacht alles voor haar familie over te hebben. Ze woonde nog thuis, hoewel ze kans had gezien een baan te vinden in een dorp ver van haar ouders vandaan. Toch, elk weekend werd ze thuis verwacht. In de zomer werkte ze op de camping van haar vader. Ze had geen keus. Haar vader had haar vorig jaar gechanteerd. Of ze werkte op de camping, of ze zou worden verstoten door haar familie. Maria had totaal geen grip op haar eigen leven; ze werd geleefd.
Toen ze terug zou gaan naar Nederland, had ze het gevoel dat ze iets bereikt had. Elke keer had ze bij ieder afscheid tegen de machteloosheid moeten vechten, tegen het idee dat Maria bij haar familie zou achterblijven. Verstoken van iedere vorm van liefde, warmte en geborgenheid. Uiteindelijk was ze erin geslaagd tot Maria door te dringen. Tijdens de laatste gesprekken had ze in haar ogen gezien dat de grens bereikt was Het werd tijd dat ze een beslissing nam. Ze moest haar eigen leven gaan leiden.
Afgesproken was dat Maria naar Nederland zou komen. Maria zou bij haar gaan wonen – per slot van rekening had ze ruimte genoeg. Vervolgens zou ze Engels gaan studeren, iets wat ze altijd graag wilde. Maria was lerares Engels, ze had de goede papieren om naar de universiteit te kunnen gaan. Alles hadden ze besproken. Er restte slechts nog de vraag hoe Maria het haar familie ging vertellen. Ze had zelf nog geen idee gehad. Ze zou schrijven zodra ze haar familie had ingelicht en zou weten wanneer ze kwam.
Nog steeds met de envelop in haar handen, zat ze achter haar bureau. Haar ogen hadden zich vastgezogen aan de letters van de kleine aantekening op de achterkant van de envelop. Ze haalde een keer diep adem en het gevoel van triomf ebde langzaam weg. De aantekening was van de zus van Maria en was in het Engels geschreven. Ze las: “Mijn vader zal Maria nooit laten gaan”.
Een heleboel gedachten kwamen bij haar op. Naast de vraag hoe die aantekening op de envelop kwam, vroeg ze zich ook nog iets anders af. Waarom had Maria in haar brief niets gezegd over de tegenstand van haar vader? Tussen de woorden van de aantekening door meende ze te lezen dat haar vader haar desnoods met geweld zou tegenhouden. Een lichte paniek beving haar. Wat moest ze doen? Ze kende de vader goed genoeg om te weten dat hij tot alles in staat was.
Na een tijdje kwam ze achter haar bureau vandaan. Ze had een beslissing genomen. Als Maria niet weg kon komen, ging ze haar wel halen. Ze waren nu zover gekomen dat ze niet konden opgeven. Ze liep naar de telefoon, belde het reisbureau en reserveerde een ticket naar Kreta. Daarna liep ze naar de kast en opende een la. Ze haalde de kleine revolver uit de doos en bleef er enige tijd mee in haar handen staan. Vervolgens liep ze ermee naar het bureau en ging weer zitten. Ze pakte pen en papier en begon te schrijven: “Aan de verre vriendin…”
Examen-opstel voor VWO, 1993.
3035 keer gelezen